In de zorg stellen we vragen, zijn we open over onze drijfveren en leren we van onze fouten, stelt onze blogger Thera de Haan.
Het was een glorieus moment, de eerste keer dat witte pak van het hangertje vissen en mezelf in een kraakwit uniform te mogen steken. De afdeling was snel gevonden. De nachtzuster, in een vaal wit pak, ging me met haar slippers en nachtlamp voor – naar de kleedruimte.
Na een dag achter mijn werkbegeleider aan gelopen te hebben, begreep ik het al snel: hier gebeurt alles in strakke rondjes en op de manier zoals we gewend zijn te het doen.
Tijdens de koffie had ik gesproken met diverse collega’s die, zo bleek, allemaal al langere tijd op deze afdeling werkten. Van alle dingen intrigeerde het schoeisel me het meest. Men droeg namelijk óf een slippermodel Jeruzalem, óf een stevige schoen met dito sportsok. Beide had ik, als 17-jarige, niet in mijn kledingkast. Daar moest verandering in komen.
Na de eerste snuffelweek werd ik gevraagd om even te komen praten met mijn werkbegeleider. Nietsvermoedend stapte ik het kamertje in. Daar bleek niet alleen mijn werkbegeleider, maar ook die van haarzelf te zitten. Van dit gesprek zijn me twee dingen bijgebleven. Het eerste was de vraag: “Hoe vind je zelf dat het gaat?” Waarop ik een heel enthousiast verhaal begon over wennen, de eerste keer maar uuuh: erg leuk!
Het tweede was de reactie van beide werkbegeleiders over de gebleken totale ongeschiktheid voor het vak van verpleegkundige. Mijn houding was te open en ik stelde te veel lastige vragen.
Daar zat ik dan in mijn nog steeds spierwitte pak en gympen.
Het was ook de eerste keer dat ik dacht: ze krijgen me hier niet klein! Vol goede moed toog ik weer naar de afdeling. Ik begreep al snel dat ik vooral precies moest nadoen zoals het me werd voorgedaan. Dan kwam het wel goed.
“In mijn verpleegopleiding heb ik veel geleerd, ook toneelspelen”
Na een week alles na-apen wat mijn collega’s me voordeden, was deze totaal ongeschikte leerling, ineens veranderd in de belofte voor de toekomst. Mijn eerste ‘rapport’ bevatte alleen maar goeds. Wat me nogal bevreemde. Ik was toch niet overal even goed in? Bij navraag bleek het systeem zo te werken dat je voor alle items een ‚goed’ moest scoren, anders bleef je zitten. Mijn hardop uitgesproken vraagtekens bij dit opleidingssysteem kon mijn opleider niet echt waarderen.
In mijn verpleegopleiding heb ik veel geleerd, ook toneelspelen. Laat vooral niet merken dat het je eerste keer is of dat je iets op een andere manier prettiger vindt. We doen hier alles zoals het hoort en vooral: in één keer goed. Praten over je twijfels en fouten werd er niet gedaan. Het woord feedback kenden we wel, maar dat was vooral een term uit managementboeken.
Kritisch zijn, vragen stellen, openheid…er is nooit aandacht aan besteed in mijn opleiding. Ik mag hopen dat dat inmiddels wel gebeurt. Want in de zorg stellen we vragen, zijn we open over onze drijfveren en leren we van onze fouten.
Want zó zijn onze manieren.