Hoe kreeg GGZ Oost-Brabant dat voor elkaar?

Van 900 naar 0 separaties

Minder fixeren en separeren in de GGZ betekent vooral: meer risico durven nemen. Met beleid, teamgeest en lef lukte dat bij GGZ Oost Brabant.

Auteur: Laura van der Burgt

Henriëtte aan de Stegge uit Twente belandde in 2006 in een psychose. “Ik zat op onze bank in de woonkamer toen de politie ineens binnenkwam. Dat het niet goed met me ging, dat wist ik wel. Maar dat ze me in mijn eigen huis zouden overvallen om me naar een inrichting te brengen, dat had ik niet verwacht.”

“Ik werd ontkleed en door vreemden in een separeercel opgesloten. Zes dagen lang, zonder adequate medicatie. Terwijl ik een verklaring bij mijn huisarts had gedeponeerd, waarin ik toestemming gaf om bij een psychose medicijnen toe te dienen. In de separeercel mocht mijn man me niet bezoeken, iets dat voor ons beiden zeer frustrerend was. Het was een traumatische ervaring die de situatie alleen maar erger maakte.”

Op de vingers getikt
Henriette is sinds een aantal jaar ervaringsdeskundige bij GGZ Oost-Brabant, die in 2008 op de vingers werd getikt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Cliënten werden bij GGZ Oost-Brabant vaker op de eerste opnamedag gesepareerd dan bij andere GGZ-instellingen in Nederland. Een conclusie die aanvankelijk irritatie opriep bij psychiater Paul Schepers, werkzaam op locatie ’t Warant in Helmond.

“Hoezo deden wij het niet goed?” zegt hij nu. “Maar toen ik het rapport beter had gelezen, moest ik toegeven dat de kritiek niet helemaal onterecht is. We besloten het roer om te gooien en haakten aan bij het project Drang naar minder

Dwang

In Nederland wordt nog altijd vrij veel gesepareerd. Daar staat tegenover dat fixatie en dwangmedicatie nauwelijks meer voorkomen. De afgelopen zes jaar hebben veel ggz-instellingen de reductie van separeren en fixeren serieus aangepakt. Na afloop van het project Drang naar minder Dwang verscheen het nog altijd relevante rapport Best practices rondom dwangreductie in de GGZ met een aantal mooie aanbevelingen. We noemen er hier twee:
1. Kijk bij wat andere instellingen doen en leer van elkaar.
2. Best practices zijn geen kunstjes. Besteed aandacht aan aanpassingen in de structuur en veranderingen van de cultuur.

, dat ook al op andere plaatsen in onze instelling liep.”

Sindsdien is het aantal separaties in Helmond spectaculair gedaald: van 74 in 2008 naar nul in 2013. “Het belangrijkste verschil is dat we onze visie op separeren sámen opnieuw hebben bepaald”, verklaart Schepers.

“Wij separeren niet, tenzij het echt niet anders kan. Daar spannen we ons allemaal voor in. De teamleider en ik werken allebei op de afdeling, als een soort meewerkend voorman. Dat commitment is erg belangrijk, je moet er zijn als het moeilijk wordt. Vaak is de psychiater bij problemen de grote afwezige.”

Gouden team
Andere succesfactor is volgens Schepers de kwaliteit van het team: “Je kunt verpleegkundigen van alles leren, maar niet hoe ze op hun gemak moeten zijn tussen cliënten. Hoe ze rust uitstralen, hoe ze geen angst voelen. Zulke dingen zijn aangeboren, wat dat betreft zijn we in Helmond gezegend met een gouden team. De kracht die we eerst gebruikten om mensen te beperken, zetten we nu in om te de-escaleren.”

Het team weet inmiddels dat de eerste vijf minuten van een opname cruciaal zijn voor het verdere verloop. “We ontvangen mensen gastvrij, zelfs als ze in agressieve toestand worden binnengebracht. De handboeien gaan af en we drinken koffie in een comfortabel zitje. Als mensen bij ons binnen komen, is de fysieke strijd al gestreden. Het lukt bijna altijd om iemand op te nemen zonder hem te separeren.”

Familie blijft slapen
Ook de rol van de familie is volgens de Helmondse psychiater veranderd. “Vroeger mochten ze niet eens mee naar de afdeling, tegenwoordig mogen ze zelfs blijven slapen als dat de cliënt kalmeert. We vragen de familie tevens om een de-escalatie vragenlijst in te vullen, voor als er weer een crisis dreigt. Zij weten als geen ander wat helpt om spanning of agressie te verminderen.”

0414GGZ Oost-Brabant

Ook Ton Dominicus, teamleider op afdeling Princepeel 1 in huize Padua te Boekel, zag het aantal separaties de afgelopen jaren drastisch afnemen. Op Princepeel verblijven mensen met zeer complexe psychiatrische problematiek.

“Toen ik hier in 2010 kwam hadden de bewoners een zeer verstorend effect op elkaar,” herinnert Ton Dominicus zich. “De separeerruimtes waren keihard nodig om de rust te bewaren. Er was een cliënt –

Herman

Herman is een gefingeerde naam

– die meer dan negenhonderd keer per jaar werd gesepareerd. Dat gebeurde niet altijd gedwongen, vaak vroeg hij er zelf om, om de chaos in zijn hoofd te bezweren. We betwijfelden echt of een andere benadering dat patroon kon doorbreken.”

 “Vroeger mocht familie niet eens mee naar de afdeling, tegenwoordig mogen ze blijven slapen”

Terwijl het project Drang naar minder Dwang peuterde aan de ingesleten patronen op Princepeel 1, zocht Dominicus samen met collega’s naar andere manieren om het aantal separaties te verminderen.  “Door variatie aan te brengen in ons woningaanbod – denk aan appartementen, open kamers en gesloten kamers binnen de afdeling – konden we bepaalde bewoners toch enige zelfstandigheid bieden.” Omdat Herman in de ogen van het team gebaat zou zijn bij de rust van een eigen woning, werd hem een appartement aangeboden. “Sindsdien is zijn medicatie drastisch verminderd en is hij niet één keer meer gesepareerd. Hij is echt opgeleefd.”

Minder beheersen loont
Dat de veranderingen op de afdeling zo’n groot effect teweeg zou kunnen brengen, had Dominicus niet durven dromen. “Het verhaal van Herman toont aan hoeveel er mogelijk is als je investeert in een meer homogene populatie, variatie aanbrengt in het woningaanbod en het aandurft om je minder te richten op beheersing. Ik ben er trots op dat we het risico hebben durven nemen.” In 2013 werd er op Princepeel 114 keer gesepareerd. Het ging hierbij om een klein aantal cliënten.

Warme omgeving
Het aantal separaties bij GGZ Oost-Brabant is in totaal met zo’n 70 procent gedaald. Henriëtte aan de Stegge heeft daar als ervaringsdeskundige een belangrijke rol in gespeeld. “Er zijn op de diverse locaties comfortrooms ingericht waarvan de deuren niet op slot gaan. De inrichting is vriendelijk, je kunt spullen van jezelf meenemen of materialen gebruiken die je helpen agressieve of angstige gevoelens te verminderen. Deze warme omgeving is waardevol voor de veiligheid. Het zijn soms kleine dingetjes die mensen weer tot rust kunnen brengen. Ik besef dat separeren soms de enige optie is, maar pas als alle alternatieven zijn onderzocht. Gelukkig is daar tegenwoordig veel meer aandacht voor.”

Dit artikel is gebaseerd op verhalen uit Link, magazine over geestelijke gezondheidszorg.


Bekijk hier de Dit nooit meer-ervaring van Henriëtte aan den Stegge.

Share Button

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *