Paniek om woorden

Terwijl journalist Marije Klein op de operatietafel lag, kibbelde het OK-team over zaken die gewoon in haar dossier te lezen waren. ‘Ik dacht: als ze zo boos doen tegen elkaar, drukken ze dan wel op de juiste knopjes? Shit!’

Auteur: Marije Klein

Sinds een aantal jaren raak ik in paniek bij het horen van bepaalde zinnen. Ik heb bijvoorbeeld een trauma overgehouden aan de zin ‘Het is dus niet goed’. Logisch. Want dat was de eerste zin die mijn arts gebruikte om uit te leggen dat dat knobbeltje toch écht een kankergezwel was. Zij kon daar ook niet omheen. Haar boodschap was gewoon niet mooi te maken.

Maar er zijn meer zinnen die in mijn geheugen gegrift staan. Zinnen, die door de behandelend arts, verpleger of verzorger waarschijnlijk nooit bedoeld zijn als schokkend. Misschien zelfs als geruststellend.

‘Slaap lekker mevrouw Klein’ is zo’n zin. Bij mijn allereerste operatie probeerde ik die woorden op te vatten zoals ze bedoeld waren: geruststellend. Dat lukte ook aardig. Het ging echter mis toen ik op een operatietafel kwam te liggen, waarbij mensen een onenigheid aan het uitvechten waren.

Boven mijn hoofd gebeurde dit:
‘Waarom heeft mevrouw haar infuus links?’
‘Omdat mevrouw rechts niet geprikt mag worden.’
‘Waarom wist ik dat niet?’
‘Geen idee, wij hoorden het ook pas net’

Glimlachend draaide de anesthesist zich naar mij om. ‘Sorry hoor, even wat formaliteiten afhandelen.’
Die glimlach was te laat. De sorry ook. De mensen boven mijn hoofd waren het niet met elkaar eens. Ze vochten over zaken, die gewoon in mijn dossier te lezen waren (want ik had het nog zó van tevoren gezegd).

Ik lag daar op die operatietafel. In mijn blauwe operatiejurk, mijn armen gespreid. Om mij heen keken onbekenden op monitoren of prikten gaten in me. Andere onbekenden waren aan het  kibbelen. En ik was het onderwerp van hun onenigheid.

In mijn hoofd gebeurde dit:
‘Weten deze mensen dan wel waar ze mee bezig zijn?’
‘Hebben ze mijn dossier wel gelezen?’
‘Als ze zo boos doen tegen elkaar, drukken ze dan wel op de juiste knopjes?’
‘Shit!’

Een hand met een kapje nadert mijn gezicht.
‘Slaap lekker mevrouw Klein!’
‘Neeeee!’

Natuurlijk hadden deze mensen in de operatiekamer helemaal niet de bedoeling om mij angstig te maken. Integendeel. En natuurlijk wisten ze heel goed wat ze deden. Ik ben er immers ongeschonden uit gekomen. Maar bij het horen van die ene zin, wat zomaar de laatste zin had kunnen zijn die ik ooit gehoord had, wilde ik alleen nog maar van die tafel af. Het vertrouwen in de kundigheid van de mensen om mij heen was verdwenen. Niet alleen voor die operatie, maar voor alle operaties die daarna nog volgden.

Zinnen, uitdrukkingen, verheven stemmen. Ze kunnen een patiënt echt doodongelukkig maken. En ze hebben vaak veel meer impact op een patiënt dan degene die de woorden uitspreekt door heeft. ‘De dokter zei…’ is niet voor niks een veelzeggende kreet. De dokter zegt iets. En dat is belangrijk. Punt. De dokter is overigens dan degene die een witte jas aan heeft. Dokter, verplegende, verzorgende.

Het is niet mogelijk voor zorgprofessionals, om zich daar continu van bewust te zijn. Je kunt nou eenmaal niet ieder woord op een weegschaaltje leggen. Maar het zou mij, als patiënt, wel helpen als ze zich bewuster zouden zijn van hun communicatie.

Ik wil héél erg graag, héél erg veel vertrouwen hebben in mijn artsen en verplegers. Ik leg mijn leven in hun handen namelijk. Als er boven mij, achter mij, naast mij gesproken wordt, dan hoor ik dat. En dat doet iets met me.

Als artsen praten over het leuke feestje van gisteravond, dan vraag ik me af of het niet té gezellig is geweest.
Als ik mijn artsen heb horen vechten, dan zit er een deuk in mijn vertrouwen. Sorry zeggen verhelpt dat nauwelijks.

Ziekenhuis-bed-gordijntjes zijn niet geluiddicht. Ik hoor iedereen die eraan komt en die weer weggaat.
Ook de deur is geen geluidsbarrière. Personeel op de gang is altijd hoorbaar voor één of meerdere patiënten.

Ik zou het al fijn vinden als zorgprofessionals zich iets meer bewust zijn van de impact van hun woorden. Op het moment dat er een belangrijke boodschap wordt gegeven, worden woorden vaak wel gewogen en wordt er goed over nagedacht. Maar daaromheen is veel ruis. En juist de alledaagse, onschuldig klinkende uitspraken kunnen diepe indruk maken.

Overigens kan dat ook positief zijn. Toen mijn arts de woorden ‘Het is dus niet goed’ uitsprak werd alles stil om mij heen. Mijn arts sprak gewoon door, maar ik hoorde haar niet meer. Ik zag haar lippen bewegen, maar mijn hersenen konden even niets meer registreren. Heel erg langzaam kwam ik terug in de werkelijkheid. Maar mijn oren gingen pas weer werken toen zij zei: ‘Maar het komt zeker goed. Daar gaan we alles aan doen.’

Die woorden werden mijn houvast en verdreven de eerste paniek. ‘Het komt zeker goed’.


Marije Klein is journalist. Haar ervaring beschreef ze ook voor het gerenommeerde British Medical Journal.

Share Button

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *