GGZ Oost Brabant heeft met het initiatief ‘Gangmakers en veiligheidsoverleggen’ de IGZ ZorgVeiligPrijs 2014 gewonnen. Het initiatief van GGZ Oost-Brabant laat volgens de jury zien waar het om gaat en draait in de gezondheidszorg: een cultuur waar veilige menslievende zorg wordt geboden en waarin wordt geleerd van elkaar. PatientVeilig.nl sprak de winnaar én de andere twee genomineerden.
Gangmakers & veiligheidsoverleggen
GGZ Oost-Brabant geeft gangmakers alle ruimte om medewerkers in beweging te krijgen en zo de veiligheid te verbeteren. Dat werkt volgens Patricia Sterken (41)
, coördinator programma veiligheid
, heel aanstekelijk. ‘Er staan steeds meer gangmakers uit de lokale zorggroepen op die ervoor willen gaan.’
‘Begin 2009 zijn we in het klein een programma veiligheid gestart. Tijdens de eerste Andersdag vonden Uit- de- kast-sessies plaats waarin medewerkers fouten uit hun carrière konden delen. Achteraf gezien een bijzonder startsein. Het gaat om bewustwording: herken risico’s en incidenten, meld ze, praat erover, leer ervan.
De geestelijke gezondheidszorg is anders dan de zorg in ziekenhuizen. Fouten van medewerkers zijn moeilijker herkenbaar. Bij incidenten met agressie hoor je vaak “Het ligt allemaal aan de patiënt”. Maar wat gaat eraan vooraf? Hoe kun je agressief gedrag voorkomen? Als je bepaalde signalen niet opvangt, groeit de irritatie bij de patiënt. De eerste vijf minuten van een contact zijn essentieel voor hoe het verder zal gaan verlopen.
We zijn een plattelandsorganisatie met 2400 medewerkers en meer dan honderd locaties. Via centrale regiegroepen, programmagroepen en lokale zorggroepen staat het onderwerp veiligheid stelselmatig op de agenda. Alle leidinggevenden zijn gangmakers. Het bewustzijn verspreidt zich als een olievlek over de organisatie. Concrete projecten als Veilig Incident Melden, Medicatieveiligheid en Suïcidepreventie doen het besef groeien. Als medewerker ben je (deels) verantwoordelijk voor de patiëntveiligheid.
Ik ondersteun de programmadirecteur Veiligheid en de geneesheer-directeur. Waar we voorheen snoeihard moesten trekken, ontstaan nu in de zorggroepen zelf spontaan initiatieven. Zoals iedere week een half uur bij elkaar komen om veiligheidsthema’s af te stemmen. Van een rondje over de afdeling om te kijken of de brandmelders niet zijn afgedekt tot een risico-inventarisatie van nieuwe werkwijzen. Dat zijn de gangmakers die letterlijk opstaan en ervoor willen gaan. Zo wordt de ‘veilige en menslievende zorg die je je familie gunt’ steeds concreter.
Oefening baart veiligheid
Wekelijks trainen zorgt voor duidelijke structuur en heldere communicatie in acute situaties. Dat is de ervaring van Irene de Graaf (47) en Mia Martens (40) , chef-de-Clinique Verloskunde en Senior verpleegkundige kwaliteit en innovatie in het
Academisch Medisch Centrum Amsterdam. ‘Feedback geven en krijgen gewoon is geworden. Hierdoor wordt het werk leuker en de teamgeest beter.’
‘Sinds eind 2012 houden we iedere vrijdagmiddag een training op de afdeling Verloskunde. De trainingen vinden plaats tijdens het overdrachtsuur van de dag- en de avondploeg, waardoor het werk op de afdeling gewoon kan doorgaan. We oefenen complicaties die kunnen ontstaan bij hoge bloeddruk, hevige bloedingen en andere spoedsituaties. Ook spelen we wel eens een waargebeurde calamiteit na. Waar kunnen de puntjes op de i? Wat kunnen we ervan leren? Kan het ons helpen bij het verwerken?
Aanleiding was de opvang na een incident waarbij het te lang duurde voordat adequate hulp werd geboden. Incidenten kun je niet voorkomen. Hoe je handelt, is wel te trainen. Een calamiteit kan verlammend werken. Door wekelijks te oefenen weet iedereen nu precies wat er moet gebeuren en welke taak hij of zij heeft. Hierdoor los je situaties sneller en zonder paniek op en neemt de patiëntenveiligheid toe.
Samen zijn we de motor van dit initiatief. In het begin hadden mensen op vrijdagmiddag weinig zin. “Moeten we weer zo’n toneelstukje spelen?” Achteraf is iedereen blij en positief. De kunst zit niet zozeer in het “spelletje”, maar vooral in de nabespreking. Het team wijst zelf verbeterpunten aan waardoor de communicatie enorm is verbeterd. Feedback geven en krijgen is gewoon geworden. Hierdoor wordt het werk leuker en de teamgeest beter.
Laatst kregen we een mooi compliment van een stagiaire uit een ander ziekenhuis. Na de opvang van een onverwacht slecht kind vroeg ze: “Was het kind niet zo slecht dan? Iedereen bleef zo rustig, er leek wel niks aan de hand. In mijn ziekenhuis begint iedereen door elkaar te schreeuwen.” Het werkt dus echt.’
De operatiekamer-cockpit
Het waarborgt en verbetert de veiligheid op de OK, waardoor incidenten en complicaties worden verlaagd. Dat is volgens Frans Faber (54), hoofd OK en polikliniek Pijnbestrijding
in het Antonius Ziekenhuis Sneek, de kracht van de OK-cockpit.
‘Kwaliteit is weer iets van medewerkers geworden, in plaats van managers.’
‘In de periode 2008-2012 is landelijk een Veiligheidsprogramma (VMS) voor ziekenhuizen ingevoerd. Onderdeel hiervan is het voorkomen van wondinfecties na een operatie. Denk aan hygiënediscipline (waaronder het aantal deurbewegingen), antibiotica vóór de ingreep (15-60 minuten), niet vooraf ontharen en lichaamstemperatuur van de patiënt (36-38°C).
Hoe krijg je een grote groep professionals enthousiast dit allemaal uit te voeren? Uit rapportages bleek dat het aantal deurbewegingen te hoog was. “Oh, natuurlijk, zullen we voortaan op letten.” Maar er kwam geen verbetering, omdat we op de werkvloer niet zagen wat er precies gebeurde.
Daarom hebben we de OK-cockpit ontwikkeld. Een dashboard waarop alle belangrijke informatie zichtbaar is. Realtime. Juiste patiënt? Juiste operatie? Iedereen aanwezig? Alle parameters in orde? Na afloop verschijnt een “rapportcijfer patiëntveiligheid” op het scherm. “Yes, we hadden een 10.” Of “Hè, waarom maar een 6?”
Zo is bijvoorbeeld het voorschrijfsysteem voor antibiotica vereenvoudigd. Verder hangt vóór de deur van de OK een klein scherm met soort operatie, duur en aantal deurbewegingen. Norm is vier keer per uur, bij een prothese zelfs nul. Iemand kan nu besluiten nog even vijf minuten te wachten met naar binnengaan.
Mensen zijn nieuwsgierig, enthousiast. Teamleden gaan elkaar aanspreken op gedrag. Er ontstaat een gezonde onderlinge concurrentie. Iedereen wil natuurlijk een zo goed mogelijk cijfer halen. Naast hoofd van de OK ben ik tevens verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid. Kwaliteit is hiermee van medewerkers in plaats van managers geworden. De OK cockpit levert echt iets op. Ik zie dat hij wordt gebruikt en dat we er verbeterslagen mee kunnen maken.’