In een paar jaar tijd wisten zowel het Amphia Ziekenhuis in Breda als Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp het aantal postoperatieve wondinfecties (POWI) met meer dan 50 procent te reduceren. Hoe lukte ze dat?
Kroketten trakteren aan het hele operatieteam als je de deur ongeoorloofd opent. Zo simpel kan het zijn: een wedstrijdje om het aantal
Postoperatieve wondinfecties (POWI’s) zijn infecties van de operatiewond, die binnen 30 dagen na de operatie optreden. POWI’s zijn een van de belangrijkste oorzaken van vermijdbare sterfte in het ziekenhuis.
terug te dringen. Of zit er meer achter? Hoe ze het in Rijnland Ziekenhuis ook voor elkaar kregen, de cultuur is definitief ‘om’. In dit ziekenhuis is elke infectie er een te veel.
Ook in Breda zit de discipline er goed in. De deur naar de OK gaat gemiddeld nog maar zes keer per operatie open. Waardoor de luchtcondities minder vaak worden verstoord. Of dat de reden is van minder POWI’s? Professor Jan Kluytmans van het Amphia betwijfelt het. “Ik denk eerder dat de deur vaak opendoen een teken is van slechte organisatie. Bijvoorbeeld door te beginnen met opereren voordat alle materialen klaarliggen – tijdens de operatie wordt het dan alsnog opgelost. Net alsof je gaat vliegen en wel ziet of je genoeg brandstof bij je hebt.”
[ref]Vragen over POWI en het voorkomen ervan? Kijk bij VMSzorg.[/ref]Rekensommetje
Bewustwording creëren. Daar gaat het om. En de Raad van Bestuur heeft daar een cruciale rol in. “Door de daad bij het woord te voegen. Niet alleen zeggen dat je de
De VMS-interventiebundel bestaat uit vier maatregelen:
• Binnen 15 tot 60 minuten voor de incisie preventief antibiotica toedienen
• Alleen ontharen voor de operatie als het echt nodig is, en dan uitsluitend met een tondeuse
• De normale lichaamstemperatuur handhaven tijdens de hele operatie
• Het aantal deurbewegingen tijdens de operatie tot een minimum beperken
wilt toepassen, maar ook de benodigde formatie toekennen om het te realiseren.” Zo gemakkelijk? Misschien voor een hoogleraar infectiepreventie. De gemiddelde arts-microbioloog krijgt vast niet zomaar geld toegeschoven. “Wél als je er een eenvoudig rekensommetje op loslaat. Een patiënt die een POWI oploopt, ligt gemiddeld 18 dagen langer in het ziekenhuis. Bij vaatchirurgie leverde de 50 procent reductie zo’n 400 opnamedagen op. En elke extra dag in het ziekenhuis kost ongeveer 500 euro. Alleen deze besparing loopt dus al in de tonnen.”
Tónnen. Dan moet commitment een uitgemaakte zaak zijn, zou je denken. Toch zijn nog lang niet alle ziekenhuizen zover. Bijvoorbeeld ‘omdat het computersysteem er nog niet op is ingericht’. “Onzin”, bast Kluytmans. “Je hebt geen computersysteem nodig. Turf maar gewoon op papier hoe vaak de deur opengaat. Pas nu, nu het bij ons strak loopt en we op een gemiddelde van zes deurbewegingen zitten, automatiseren we. Om te voorkomen dat we weer afglijden naar acht of negen bewegingen per operatie.” Een ander wijd verbreide overtuiging is dat POWI niet te vermijden is. “Zeker bij darmchirurgie wordt 15 tot 20 procent POWI als heel normaal beschouwd – een soort collateral damage. Maar dat het een ‘vieze’ ingreep is, vind ik geen excuus. Orthopeden zeggen het al heel lang: elke infectie is er één te veel. En zij zitten inmiddels op minder dan 1 procent.”
Klein dorp
Ook in Rijnland Ziekenhuis was de grootste winst voor darmchirurgie: van 24 naar 7 procent. Trots zijn ze op dat resultaat. Tegelijkertijd beseffen infectiedeskundige Gerda Lelieveld en operatieassistent Marieke van Dam dat ze het voordeel van de vroege start hebben. “Na een inspectiebezoek met minder goede resultaten op hygiëne zijn we direct gaan werken aan verbeteringen. Dat was nog voor de POWI-bundel, in 2007.”
Dat jaar werd een multidisciplinair team opgezet met mensen van de werkvloer: een anesthesist, chirurg, orthopeed, operatie-assistent en datamanager. Allemaal officieel benoemd door de Raad van Bestuur. Elke zes weken bespreekt het POWI-team de meest recente infecties, waarbij ze onder andere kijken of aan alle VMS-interventies is voldaan. Hun bevindingen koppelen ze terug naar de eigen collega’s.
“Het effectief terugkoppelen is nog niet zo eenvoudig. In feite is de OK een klein dorp. Denk niet dat je er zomaar tussenkomt met je kritiek over hygiëne. Daarom zitten in het POWI-team mensen met overtuigingskracht. Naar wie anderen willen luisteren. Leiderschap is onmisbaar.” Nu, vijf jaar later is die aanspreekcultuur volledig ingeburgerd in Rijnland Ziekenhuis. Nieuwe specialisten uit andere ziekenhuizen willen nog wel eens raar opkijken, als ze worden terechtgewezen door een operatieassistent. “Maar wat bij een ander ziekenhuis kan, kan hier niet. De operateur die alvast vertrekt, als de assistent nog staat te hechten?
In Rijnland Ziekenhuis mag de deur tijdens de operatie alleen open in noodgevallen, als materialen ontbreken, bij (gecombineerde) aflossingen tijdens de operatie en als telefonische overdracht niet afdoende is.
Dekentje
De doelstelling van het VMS-programma is dat uiteindelijk meer dan 90 procent van de operaties aan alle interventies voldoet. Die score haalt Rijnland Ziekenhuis niet. Lelieveld: “Wij komen net op 60 procent, ondanks alle inspanningen en goede resultaten. Maar we zijn ook heel streng voor onszelf. Als de interventiekaart niet helemaal is ingevuld, telt die al niet meer mee voor een positieve score.”
Het doet weinig af aan de succesvolle cijfers, die niet alleen het resultaat zijn van het POWI-team en de werkvloer maar ook van andere slimme maatregelen. “Er is nu een deurenteller, om te meten hoe vaak de deur opengaat tijdens een operatie. Uit eigen onderzoek bij mammaoperaties blijkt dat zes keer de maximale score is. Als de deur vaker opengaat, neemt ook de kans op infectie toe. Helaas is die norm nog niet vastgelegd in de VMS-bundel.” Van Dam: “Ook bleek dat de antibioticaprofylaxe in veel gevallen te vroeg werd gegeven. Dat timen we nu beter. En mensen begonnen soms al te koud aan een operatie, en dus met een achterstand. Daarom komen patiënten nu niet meer onder een dun dekentje de operatiekamer op, maar lekker ingepakt onder een dik dekbed.”
Het team kijk ook verder, naar wondverzorging ná de operatie. Zorgverleners – ook artsen – worden geschoold in de basisprincipes van een goede handhygiëne. En speciaal ontwikkelde wondverbandsetjes verdwijnen na eenmalig gebruik in de prullenbak. Lelieveld: “Een folder om patiënten te leren hoe ze thuis hun handen moeten wassen, is het volgende plan. Want ook na ontslag uit het ziekenhuis blijft dat belangrijk.”