Haar tweede gynaecoloog wuifde het advies van haar eerste gynaecoloog weg. Met nare gevolgen voor SEH-verpleegkundige Agnès van Putten-Beloeil.
Toen ik 32 jaar was beviel ik zonder complicaties van mijn dochter. Enkele jaren na haar geboorte constateerde een gynaecoloog echter dat ik een litteken op mijn baarmoedermond had door het te vroeg persen. Dat betekende, vertelde deze gynaecoloog, dat ik bij een eventuele tweede zwangerschap niet via de natuurlijke weg kon bevallen, maar een keizersnede moest krijgen.
Onzin
Vijf jaar na de geboorte van mijn dochter, werd ik opnieuw zwanger en besprak ik de indicatie voor een keizersnede met een nieuwe gynaecoloog. Deze vond de indicatie van zijn collega onzin en weigerde mij – overigens zonder enig lichamelijk onderzoek uit te voeren verder – in het ziekenhuis te begeleiden. Ik moest gewoon thuis bevallen.
De zwangerschap verliep zonder probleem. En hoewel het zwaar was, kon ik mijn werk als spoedeisende hulp-verpleegkundige (overigens in een ander ziekenhuis) volhouden tot aan mijn officiële zwangerschapsverlof.
Bij de thuisbevalling ging het mis. Na een hele dag weeën kwam de ontsluiting niet verder, zoals al voorspeld was door de eerste gynaecoloog. Na twee uur persen werd ik acuut naar het ziekenhuis vervoerd voor een keizersnede. Het was zondagavond en het voelde voor mij alsof ik iedereen stoorde. De anesthesioloog was onvriendelijk en wilde per se een ruggenprik geven. Dat wilde ik echter niet, wat mij kwalijk genomen werd.
Mijn zoon werd ‘zonder mij’ geboren. Ik ving een glimp van hem op toen ik wakker werd. Ik was uitgeput, totaal op. Mijn man verzekerde mij dat alles goed met hem was. Ik kon eindelijk uitrusten.
Geen zorgen
Snel begon de onrust. Ik had pijn in mijn linker schouder en herkende dit als het Teken van Kehr bij trauma: een bloeding in de buik. Maar niemand nam dat serieus. De gynaecologen zeiden dat ik waarschijnlijk verkeerd op de operatietafel had gelegen. “Geen zorgen, mevrouwtje, komt vaker voor. Komt helemaal goed!” Ik vroeg de arts om een echo te maken, maar kreeg een geïrriteerde reactie. Wie was ik om het beter te weten dan de ‘dokter’?
Een dag na de bevalling was mijn buik net zo dik als voor de bevalling. Ik voelde me beroerd en had erg veel pijn. De gynaecologen bleven zeggen dat het vaker voorkwam en dat er 48 uur gewacht moest worden. Alles zou in orde komen.
Maar het werd steeds erger. Een collega van de Spoedeisende Hulp kwam op bezoek en ik smeekte haar om een chirurg te sturen, buiten de gynaecologen om. Die kwam ‘s avonds en liet een foto van mijn buik maken. Zijn diagnose:
Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darm omdat de doorgang belemmerd wordt. Dit wordt ook wel een darmafsluiting of darmobstructie genoemd. Voedsel kan het lichaam dan niet als ontlasting verlaten. Hierdoor kunnen ernstige klachten en een levensgevaarlijke situatie ontstaan. Bij een paralytisch (verlammende) ileus is de beweging van de darm ernstig vertraagd of afwezig. De darm ligt stil. Dit kan het gevolg zijn van een buikvliesontsteking, een abces in de buik, alvleesklierontsteking, bepaalde medicijnen of een grote buikoperatie.
, mijn darm stond helemaal stil. Een levensgevaarlijke situatie en hij wilde me het liefst meteen opereren. Uiteindelijk ben ik de volgende dag geopereerd en is er 900 cc bloed weggehaald. De ileus was veroorzaakt door een bloeding in mijn buik.
Het herstel kwam langzaam op gang. Naast mijn bed lag een heel lief en rustig jongetje die gelukkig niets merkte van het gedoe met zijn moeder. Pas tien dagen na zijn geboorte kon ik hem voor het eerst in bad doen.
Geen gesprek
Na twee weken kon ik het ziekenhuis verlaten, twee littekens rijker: de eerste dwars onder mijn buik vanwege de keizersnede, de tweede verticaal door mijn buik vanwege de spoedoperatie.
Wat mij het meeste pijn heeft gedaan, is dat er nooit een gesprek is geweest tussen mij en de gynaecoloog. Hij heeft nooit de moeite genomen om met mij te praten. Als ik hem tijdens mijn opname tegenkwam op de gang, liep hij snel de andere kant op. Het was een collega-gynaecoloog die kort voor mijn ontslag op mijn bed heeft gezeten en zei: ‘Sorry, we hebben het niet goed gedaan met jou.’ Maar dat had ik liever van hém willen horen.
Het herstel heeft uiteindelijk acht maanden geduurd. Ik heb veel getwijfeld of ik mijn beroep als spoedeisende hulp-verpleegkundige nog wilde oppakken. Ik had me zo afhankelijk gevoeld van de verpleging tijdens mijn ziekenhuisverblijf, dat ik me afvroeg of ik zelf wel de nodige aandacht kon geven aan zieke mensen. Maar deze ervaring heeft me juist rijker gemaakt. Als verpleegkundige, en later ook als stafadviseur patiëntveiligheid in het ziekenhuis. Ik weet hoe belangrijk het is om empathie te tonen en te luisteren naar de patiënt of diens familie. En om daar ook echt iets mee te doen.