Falen in de zorg is taboe waar je snoeihard op wordt afgerekend. Zo’n Culture of Fear, betogen de zeven dwergen, doorbreek je niet met een oproep tot aanspreken. Integendeel.
Over cultuur wordt veel gepraat en geschreven. De goeroes verdringen elkaar op congressen voor praatjes-met-plaatjes van 30 minuten. Maar het netto effect is niet veel meer dan wat obligaat gelach na de zoveelste kritische kwinkslag over het gemis aan inzicht van de concurrerende goeroe. De goeroes preken allen dezelfde passie: een waardevrije reactie op menselijk falen, waardoor degene die onveilig heeft gehandeld niet onterecht in de beklaagdenbank terecht komt.
Maar – alle goeroes ten spijt – hun praatjes gaan voorbij aan de angst van degene die heeft gefaald en daar door de buitenwereld op wordt aangesproken. Want dat deze laatste zal worden aangesproken is wel zeker; inspectie of na(ast)bestaanden kennen wat dat betreft geen belemmeringen. Waar gehakt is en spaanders zijn gevallen, moeten koppen rollen. En die zijn meestal niet van de leiding …
Vreemd eigenlijk, want op een opleiding hoef je geen 10 te halen; een 8 is al prima. Hadden mensen die nu in de zorg werken dan allemaal tienen op hun rapport?
Als dat niet zo is, mochten ze destijds dus falen, terwijl ze toch hun diploma kregen.
Een beetje falen mocht dus. Maar in de praktijk is dat taboe en wordt men er snoeihard op afgerekend. Iedereen een 10 is de norm! Of wordt dat beetje falen soms gecompenseerd, doordat men in teams werkt en elkaar in de gaten houdt? Dat is niet realistisch en zeker niet rechtvaardig.
Blijkbaar werken er in de zorg mensen met gezag, die vinden dat falen nimmer acceptabel is en mensen daarop aangesproken moeten worden. Dat is de kalkoen vragen wat er met kerstmis gegeten moet worden.
De zorg kent nog steeds een diep ingewortelde angstcultuur, maar blijkbaar ontgaat dat sommigen. Luister op symposia en congressen naar wat de presentatoren niet zeggen. En leg je oor daarna in de pauze te luister. Dan worden je vermoedens bevestigd. Daar wordt je verteld dat mensen na een incident best wel willen praten over wat er is gebeurd, graag zelfs. Die mensen hoeven echt niet ‘aangesproken’ te worden, want zij lopen met een ei van jewelste en dat willen ze zo snel mogelijk kwijt!
Maar in een omgeving waar ‘wat er is gebeurd’ al snel wordt vertaald in ‘wie wat heeft gedaan’, zwijgt een ieder. Daar heerst een Culture of Fear en die doorbreek je niet met een oproep tot aanspreken, integendeel.
Rechtvaardigheid na een incident begint met een analyse van wat er is gebeurd. Daarbij hoort het stellen van de substitutievraag: “Zou ieder ander met dezelfde opleiding en ervaring in deze situatie op dezelfde wijze hebben gehandeld?”
Wil degene die deze vraag ooit heeft gesteld zijn hand opsteken?
Just Culture begint met het afbreken van de Culture of Fear, alleen dan wordt aanspreken vanzelfsprekend.